Gelukkig maar, de eenzame een van afgelopen week heeft tot een levensgezellin gevonden. Samen op de foto! Voor iedereen een goed en mooi weekend.
Blog over fotograferen en video productie.
Translate
vrijdag 31 mei 2013
donderdag 30 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 65; Lente in Lunetten (Sony SLT-A57; 1/160sec, F/14, ISO400, 18mm, 0stap, no flash)
Zo mooi kan onze wijk ook zijn! Natuurlijk wordt je door deze foto voor de gek gehouden, want dit zijn eigenlijk 3 foto's met een verschillende belichting die over elkaar zijn gelegd waardoor de struiken niet te donker en de lucht blauw is. Deze techniek heet HDR (High Dynamic Range).
woensdag 29 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 64; In zijn een(d)tje (Sony SLT-A57; 1/1600sec, F/5.6, ISO400, 105mm, 0stap, no flash)
Het is opvallend dat als je door de wijk loopt hoeveel eenzame mannetjeseenden er langs het water zitten. Vrouwtjes zijn meer zeldzaam dit jaar, denk ik dan. Met het mooie zonlicht van gisteren erop, kan ook van een eend wel een goede foto worden gemaakt. Vooral de scherpte valt op, je kan ieder veertje wel tellen.
dinsdag 28 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 63; Nog een zonnige dag (Sony SLT-A57; 1/2000sec, F/3.5, ISO100, 18mm, 0stap, no flash)
Wat is alles toch zoveel mooier als de zon schijnt (volgens mij uit een liedje van André van Duin ...). Zelfs simpele paardenbloemen langs de kant van de weg, krijgen door de zon een bijzondere uitstraling. Voor deze foto stond de camera op de grond en is recht tegen de zon in gefotografeerd. Daarna in Photoshop wat bijgeknipt, andere verbeteringen waren niet nodig.
maandag 27 mei 2013
Photoshop - Basisbeginselen - Lagen gebruiken
Een van de sterkste eigenschappen van Photoshop is het kunnen werken met Lagen. Er zijn hierbij wel de nodige vraagtekens die door gebruikers worden gezet. Na eerst het 'Waarom' van de Lagen, volgt al snel de 'Hoe'-vraag. Ik ga in dit artikel op beide proberen een antwoord te geven.
'WAAROM' VAN LAGEN
Volgens mij was Photoshop een van de eerste pakketten voor fotobewerking waarmee het gebruik van lagen mogelijk werd. Een laag kan je zien als een velletje transparant papier dat je over je foto legt waarop je kan tekenen of kleuren zonder dat je de foto zelf veranderd. Een laag kan je ook zien als een persoon die je uit een andere foto knipt en dan vervolgens bovenop foto legt. Als je die persoon dan verschuift komt natuurlijk de inhoud van je foto tevoorschijn die hierdoor bedekt was. Voordat Photoshop de functie van lagen aanbood kon je het tekenen op een foto, of het plakken van een persoon in de foto wel doen, maar dan was het resultaat definitief. Het opschuiven van de persoon kon niet meer en een tekenfoutje was niet meer ongedaan te maken. Hier zit nu precies het grote verschil, het werken met lagen maakt niet - destructieve editting van foto's mogelijk. Terwijl je oorspronkelijke foto blijft zoals die is, plaatje je verschillende lagen daarboven op waarmee je de verschillende veranderingen van de foto doet. Ben je niet tevreden met een verandering, dan verander je de instellingen bij een laag, of gooi je een laag weg. Om nog een analogie te gebruiken werken de lagen als de coulissen op een toneel en kijk je van boven naar beneden door de lagen heen naar je foto.
SOORTEN LAGEN
Grofweg gesproken zijn er in Photoshop drie soorten lagen te onderscheiden te weten: Laagmaskers, Aanpassingslagen, Vullaag.
-LAAGMASKER-
Een Laagmasker is het beste te vergelijken met een selectie die je maakt. Een selectie is dan ook eenvoudig om te zetten in een laagmasker. Iedere gebruiker van Photoshop ontkomt niet aan het maken van selecties, dus zal je begrijpen dat bij niet - destructief editten, het gebruik van laagmaskers essentieel is. Alles binnen de selectie krijgt in het masker de kleur wit en alles daarbuiten de kleur zwart. Het zwarte gebied is volledig doorzichtig (transparant) en laat dus de onderliggende laag zien, het witte gebied van het masker is niet - doorzichtig. Door met een zwarte penseel te schilderen op het masker vergroot je het transparante gebied en met de kleur wit verklein je dat. Maar hier houdt het niet bij op! Want technisch gezien is het laagmasker te vergelijken met een 8-bit grijswaarden kanaal dat pixels bevat die variëren van 0 (zwart) tot 255 (wit) alle tussenliggende grijswaarden maken de onderliggende laag meer of minder doorzichtig. Onthoud daarbij verder dat je alle Photoshopgereedschappen, -effecten en -filters direct op het laagmasker (en dus je selectie) kan toepassen. Bv door het toepassen van een zwart naar wit verloop op het laagmasker is een snelle manier om de ene laag vloeiend in de andere laag over te laten lopen.
-AANPASSINGSLAAG-
De aanpassingen die je destructief kan doen via de keuze IMAGE>ADJUSTMENTS zijn ook niet - destructief met een of meerdere aanpassingslagen te doen: LAYER>NEW ADJUSTMENT LAYER. Dus aanpassingen voor LEVELS, CURVES, BRIGHTNESS/CONTRAST, HUE/SATURATION etc zijn hiermee te maken. Als je een dergelijke laag toevoegt dan zie je een pictogram van de specifieke handeling én een wit-masker daaraan gekoppeld. Als je niets aan dat masker veranderd, dan zal de aanpassing (bv contrast-verbeteren) op de hele foto van toepassing zijn. Door met een zwart penseel op het masker te tekenen/kleuren maak je delen van het masker doorzichtig en daarmee wordt de aanpassing alleen op de overblijvende witte delen uitgevoerd. En nu komt het mooie, op ieder gewenst moment kan je door dubbelklik op het icoontje in het masker de instelling veranderen én met het penseel de selectie uitbreiden of verkleinen.
-VULLAAG-
Met een vullaag maak je eenvoudig een laag met één kleur, of kleurverloop, of met een gekozen patroon. Deze vullaag is vervolgens ook weer te promoveren tot een laagmasker, om een specifiek verloop te kunnen maken.
'HOE' WERK JE MET LAGEN
-LAGENPALET-
Laagbeheer
-Het lagenpalet (LAYERS - F7) opent een apart venster waarin van onder naar boven de verschillende lagen worden getoond. De onderste laag heeft de naam 'background' en is je originele foto.
-Met de 'prullenbak' en het icoontje daarnaast, aan de onderzijde van het lagenpalet, verwijder je de geselecteerde laag of voeg je een nieuwe laag toe.Iedere nieuwe laag die je maakt wordt bovenop de stapel toegevoegd. Na het toevoegen van een aantal lagen, kan het nogal onoverzichtelijk worden, dus raad ik je aan een aantal regels toe te passen om niet onnodig te verdwalen in je lagen.
Geef om te beginnen iedere laag een duidelijke naam zoals: de aanpassing die je doet, of het voorwerp dat je toevoegt.
-Met het 'slotje' onderaan het lagenpalet kan je meerdere lagen aan elkaar koppelen, zodat je groepen van lagen bij elkaar kan houden en ze makkelijker hoger of lager in de volgorde kan slepen.
-Met het 'mapje' onderaan het lagenpalet groepeer je meerdere lagen in een groep, ieder handeling die je op de groep doet wordt toegepast op iedere laag in die groep.
-Met het 'oogje' links van iedere laag kan je een laag tijdelijk verbergen.
Handelingen op een specifieke laag
-Masker toevoegen
-Laagstijl toevoegen
-Overvloeimodus instellen
-Laagdekking instellen
-Vergrendelingsopties instellen
TBC
'WAAROM' VAN LAGEN
Volgens mij was Photoshop een van de eerste pakketten voor fotobewerking waarmee het gebruik van lagen mogelijk werd. Een laag kan je zien als een velletje transparant papier dat je over je foto legt waarop je kan tekenen of kleuren zonder dat je de foto zelf veranderd. Een laag kan je ook zien als een persoon die je uit een andere foto knipt en dan vervolgens bovenop foto legt. Als je die persoon dan verschuift komt natuurlijk de inhoud van je foto tevoorschijn die hierdoor bedekt was. Voordat Photoshop de functie van lagen aanbood kon je het tekenen op een foto, of het plakken van een persoon in de foto wel doen, maar dan was het resultaat definitief. Het opschuiven van de persoon kon niet meer en een tekenfoutje was niet meer ongedaan te maken. Hier zit nu precies het grote verschil, het werken met lagen maakt niet - destructieve editting van foto's mogelijk. Terwijl je oorspronkelijke foto blijft zoals die is, plaatje je verschillende lagen daarboven op waarmee je de verschillende veranderingen van de foto doet. Ben je niet tevreden met een verandering, dan verander je de instellingen bij een laag, of gooi je een laag weg. Om nog een analogie te gebruiken werken de lagen als de coulissen op een toneel en kijk je van boven naar beneden door de lagen heen naar je foto.
SOORTEN LAGEN
Grofweg gesproken zijn er in Photoshop drie soorten lagen te onderscheiden te weten: Laagmaskers, Aanpassingslagen, Vullaag.
-LAAGMASKER-
Een Laagmasker is het beste te vergelijken met een selectie die je maakt. Een selectie is dan ook eenvoudig om te zetten in een laagmasker. Iedere gebruiker van Photoshop ontkomt niet aan het maken van selecties, dus zal je begrijpen dat bij niet - destructief editten, het gebruik van laagmaskers essentieel is. Alles binnen de selectie krijgt in het masker de kleur wit en alles daarbuiten de kleur zwart. Het zwarte gebied is volledig doorzichtig (transparant) en laat dus de onderliggende laag zien, het witte gebied van het masker is niet - doorzichtig. Door met een zwarte penseel te schilderen op het masker vergroot je het transparante gebied en met de kleur wit verklein je dat. Maar hier houdt het niet bij op! Want technisch gezien is het laagmasker te vergelijken met een 8-bit grijswaarden kanaal dat pixels bevat die variëren van 0 (zwart) tot 255 (wit) alle tussenliggende grijswaarden maken de onderliggende laag meer of minder doorzichtig. Onthoud daarbij verder dat je alle Photoshopgereedschappen, -effecten en -filters direct op het laagmasker (en dus je selectie) kan toepassen. Bv door het toepassen van een zwart naar wit verloop op het laagmasker is een snelle manier om de ene laag vloeiend in de andere laag over te laten lopen.
-AANPASSINGSLAAG-
De aanpassingen die je destructief kan doen via de keuze IMAGE>ADJUSTMENTS zijn ook niet - destructief met een of meerdere aanpassingslagen te doen: LAYER>NEW ADJUSTMENT LAYER. Dus aanpassingen voor LEVELS, CURVES, BRIGHTNESS/CONTRAST, HUE/SATURATION etc zijn hiermee te maken. Als je een dergelijke laag toevoegt dan zie je een pictogram van de specifieke handeling én een wit-masker daaraan gekoppeld. Als je niets aan dat masker veranderd, dan zal de aanpassing (bv contrast-verbeteren) op de hele foto van toepassing zijn. Door met een zwart penseel op het masker te tekenen/kleuren maak je delen van het masker doorzichtig en daarmee wordt de aanpassing alleen op de overblijvende witte delen uitgevoerd. En nu komt het mooie, op ieder gewenst moment kan je door dubbelklik op het icoontje in het masker de instelling veranderen én met het penseel de selectie uitbreiden of verkleinen.
-VULLAAG-
Met een vullaag maak je eenvoudig een laag met één kleur, of kleurverloop, of met een gekozen patroon. Deze vullaag is vervolgens ook weer te promoveren tot een laagmasker, om een specifiek verloop te kunnen maken.
'HOE' WERK JE MET LAGEN
-LAGENPALET-
Laagbeheer
-Het lagenpalet (LAYERS - F7) opent een apart venster waarin van onder naar boven de verschillende lagen worden getoond. De onderste laag heeft de naam 'background' en is je originele foto.
-Met de 'prullenbak' en het icoontje daarnaast, aan de onderzijde van het lagenpalet, verwijder je de geselecteerde laag of voeg je een nieuwe laag toe.Iedere nieuwe laag die je maakt wordt bovenop de stapel toegevoegd. Na het toevoegen van een aantal lagen, kan het nogal onoverzichtelijk worden, dus raad ik je aan een aantal regels toe te passen om niet onnodig te verdwalen in je lagen.
Geef om te beginnen iedere laag een duidelijke naam zoals: de aanpassing die je doet, of het voorwerp dat je toevoegt.
-Met het 'slotje' onderaan het lagenpalet kan je meerdere lagen aan elkaar koppelen, zodat je groepen van lagen bij elkaar kan houden en ze makkelijker hoger of lager in de volgorde kan slepen.
-Met het 'mapje' onderaan het lagenpalet groepeer je meerdere lagen in een groep, ieder handeling die je op de groep doet wordt toegepast op iedere laag in die groep.
-Met het 'oogje' links van iedere laag kan je een laag tijdelijk verbergen.
Handelingen op een specifieke laag
-Masker toevoegen
-Laagstijl toevoegen
-Overvloeimodus instellen
-Laagdekking instellen
-Vergrendelingsopties instellen
TBC
Iedere dag een plaatje - 62; Eindelijk ... de zon (Pentax K100d; 1/180sec, F/5.6, ISO200, 200mm, 0stap, flash)
Daar is-ie dan, als ik naar buiten kijk zie ik een mooie blauwe lucht. Om dit te vieren zetten we de bloemetjes buiten, of liever gezegd DE zonnebloem. Foto is natuurlijk niet van nu, daarvoor is het nog te vroeg. Enjoy!
vrijdag 24 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 61; Goud voor onze FC? (Pentax K100d; 1/4000sec, F/13, ISO1600, 200mm, 0stap, no flash)
Zondag 26 mei half een, DE wedstrijd van het seizoen. Weet de FC de knappe uitoverwinning van 0-2 in Enschede om te zetten in een Europa League ticket? Steun de club en kom ook naar Galgenwaard.
donderdag 23 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 60; Here comes the sun (Pentax K100d; 1/350sec, F/9.5, ISO200, 55mm, 0stap, flash)
Het is droef gesteld met ons weer ... vandaag niet meer dan 9 graden en een aantal fikse hagel- en regenbuien. Aan het einde van de middag probeert de zon (je weet wel dat gele ding dat wel eens in de lucht staat) door de wolken heen te prikken. Levert in ieder geval een mooie foto op. Nu maar hopen dat de zon het ook gaat winnen!
woensdag 22 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 59; King of Thrones 2 (Sony A57; 1/60sec, F/5.6, ISO400, 18mm, 0stap, flash)
Nog een plaatje van de ijzeren troon en nu met ik-zeg-de-gek! Die van gisteren is gemaakt met de 'Schemeropn uit de hand' modus en dus niet geflitst en zonder statief. Die van vandaag is geflitst met een -1 flitscorrectie. Zie het verschil.
dinsdag 21 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 58; King of Thrones (Sony A57; 1/60sec, F/4, ISO5000, 18mm, 0stap, no flash)
Tweede Pinksterdag in Amsterdam. Met Jeroen de reizende tentoonstelling van de HBO serie 'Game of Thrones' bezocht. We waren niet de enige ( :-( ) gezien de enorme mensenmassa. Na anderhalf uur wachten in de rij buiten, uiteindelijk maar een kwartiertje de tijd om binnen te kijken. Net tijd genoeg voor een foto op de ijzeren troon en een snel rondje voor de foto's.
Als plaatje van de dag 'koning Jeroen', op mijn facebook zijn de andere foto's te zien.
Als plaatje van de dag 'koning Jeroen', op mijn facebook zijn de andere foto's te zien.
vrijdag 17 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 57; Strips in het weekend (Sony A57; 1/125sec, F/5.6, ISO400, 75mm, 0stap, no flash)
Morgen de Oost-Nederlandse Stripdag in Zwolle. Alvast een plaatje (Gorinchem 2013) om in de stemming te komen. Voor een ieder een prettig lang weekend!
donderdag 16 mei 2013
Photoshop - Basisbeginselen - Selecties Maken
SELECTIES
INLEIDING
Het maken van selecties is
een van de basisvaardigheden voor het gebruik van Photoshop. Selecties spelen
een groot belang in het maken van montages, of het selectief toepassen van
bewerkingen op delen van de foto. Een selectie is een groep van pixels en wordt
in Photoshop omlijnd door 'rennende mieren'. Soms is het maken van een selectie
eenvoudig, bijvoorbeeld als een persoon tegen een witte achtergrond staat. In
de situatie dat een vrouwenhoofd met een wilde haardos voor een zeer
gedetailleerde achtergrond staat kan het zeer veel werk kosten om het
vrouwenhoofd los van die achtergrond te selecteren. Gelukkig heeft Photoshop
vele tools in huis, die los of in combinatie kunnen worden gebruikt en waarmee
zeer fijne selecties mogelijk zijn.
Nog even dit: Photoshop kent
ook maskers waarmee je in lagen delen van foto's kan afdekken. In wezen is de
vorm van het masker een selectie en is het masker daarmee het alter-ego van de
selectie.
SELECTIEGEREEDSCHAPPEN
In het gereedschappenpalet
zitten drie groepen van selectiegereedschappen:
- selectiekaders; dit zijn de Rectangular Marquee Tool (rechthoekige)
en Elliptical Marquee Tool (cirkelvormige) selectiekaders voor het selecteren
van een groter gebied. Door de Shift-toets in te drukken selecteer je het
perfecte vierkant of cirkel.
- vrije hand selecties; dit zijn de Lasso Tool, de Polygonal Tool en
de Magnetic Lasso Tool. De Lasso Tool maakt gebogen verbindingen tussen
muiskliks die je langs de rand van het te selecteren gebied maakt. De Polygonal
Tool maakt rechtlijnige verbindingen tussen de muiskliks. De Magnetic Lasso
Tool probeert telkens zelf de rand te vinden van het te selecteren gebied. Bij
de laatste kan de breedte (hoe dicht
bij de rand te tekenen), het contrast
(hoe verschillend gebieden moeten zijn om ze als and te onderscheiden) en de frequentie (hoeveel verankeringspunten
er getekend moeten worden). Met Backspace wordt het laatst gezette
verankeringspunt telkens verwijderd.
- bijzondere selecties; Magic Wand Tool (Toverstaf), maakt een
selectie op basis van kleuren. Na klikken van een kleur in de foto wordt alles
met diezelfde kleur geselecteerd. Door aanvinken van Contiguous wordt alleen een aaneengesloten gebied van dezelfde
kleur geselecteerd. Met de Tolerance
kan het kleurbereik worden uitgebreid of beperkt mocht je te weinig of teveel
geselecteerd hebben. Tip: selecteer eerst het Pipet (I), ga naar de optiebalk
bovenaan het scherm en verander de instelling van Sample Size/Monstergrootte
van Point naar 3x3 of 5x5. Als je nu naar Magic Wand gaat, kan dit tool
makkelijker omgaan met gebieden waarin veel ruis voorkomt!
SELECTIE UITBREIDEN OF BEPERKEN(SHIFT/ALT)
Het is bij moeilijkere
selecties nodig om meerdere gereedschappen achtereenvolgens te gebruiken om de
complete selectie te kunnen maken. Dit houdt in dat een eerste selectie moet
worden uitgebreid of worden beperkt. Met het ingedrukt houden van de
SHIFT-toets wordt er een + bij de cursor weergegeven ten teken dat je de
selectie gaat uitbreiden. Met de ALT-toets komt er een - bij de cursor.
Bijvoorbeeld maak met de
Magic Wand Tool een selectie van de wolkenlucht door op het blauwe deel van de
lucht te klikken. Gebruik vervolgens SHIFT+Magic Wand Tool om de andere delen
te selecteren.
Let op: als je de SHIFT of
ALT toets niet indrukt, denkt Photoshop dat je een nieuwe selectie wil gaan
maken. Gebruik dan EDIT>UNDO om de eerdere selectie weer te herstellen.
OMKEREN VAN EEN SELECTIE
We hebben bij het selecteren
van een deel van de foto nog wel eens de neiging om het onderwerp zelf te
willen selecteren. Maar als iemand tegen een egaalgekleurde en behoorlijk
afstekende achtergrond staat is het een veel beter idee om eerst deze
achtergrond volledig te selecteren en dan de selectie in Photoshop om te keren.
Dit doe je met SELECT>INVERSE.
VERFIJNEN VAN EEN SELECTIE
Met SELECT>MODIFY worden
een aantal opties geboden om de gemaakte selectie te verfijnen. Er worden een
aantal keuzemogelijkheden geboden:
Met BORDER wordt de rand
'gladder' gemaakt (zeker handig bij vrije hand selecties). Met SMOOTH kan je
kleine niet-geselecteerde stukjes in een keer bij je selectie toevoegen (te
gebruiken bij Magic wand selecties). Met EXPAND vergroot je de selectie met een
aantal pixels. Met CONTRACT verklein je de selectie met een aantal pixels.
Voor sommige selecties is
het nodig om de rand van de selectie te Doezelen (transparant verloop) zodat
als je de selectie op een andere foto plakt de randen minder zichtbaar zijn.
Dit effect bereik je met SELECT>FEATHER en daarbij de breedte van het
verloopgebied aan te geven.
QUICK EDIT
MASK/SNELMASKERMODUS (Q)
[Gereedschapspalet]
Dit is een instrument die
bij de professionele fotograaf ruim bekend is, maar helaas voor andere een niet
zo voor de handliggende keuze is. Met het QUICK EDIT MASK (Q) maak je met het
penseel een masker van het te selecteren gebied. Door te beginnen met een groot
penseel wordt eerst grof ingekleurd en met verkleining van het penseel ook de
meer delicate delen aan het masker toegevoegd. Met masker fungeert als een laag
over de foto en kan ook eenvoudig worden omgezet naar een selectie en vv door
weer de Q-toets in te drukken.
Bv maak eerst met de Lasso
Tool een grove selectie van het onderwerp, druk nu op de Q-toets zie dat het
geselecteerde deel nu rood kleurt. Neem nu een penseel en zie dat met de kleur
zwart wordt het rode gebied uitgebreid en met de kleur wit verkleind. Als je
weer op Q drukt dan zie je weer de selectie terug.
Let op: dat het werken met
een minder scherp penseel een Doezel-effect op de randen heeft.
Standaard is de kleur Rood
en is er een dekking van 50%, door dubbel te klikken op het icoontje in het
gereedschapspalet is de kleur en de dekking ervan aan te passen.
Photoshop - Basisbeginselen - History
HISTORY/HISTORIE
INLEIDING
Dit is een krachtig
instrument om een of meerdere eerder uitgevoerde stappen ongedaan te maken en
daarmee de tijd terug te draaien. Iedere keer dat een verandering wordt
uitgevoerd op de foto wordt er een 'historie-staat' weggeschreven in het
historie-overzicht.
VOORKEUR INSTELLING
Bij de instellingen van
Photoshop kan je opgeven hoeveel Staten er maximaal opgeslagen moeten worden.
Als dit maximum is bereikt dan wordt de oudste weggegooid uit de lijst. Let op dat Staten geheugen kosten dus kan dit
niet ongelimiteerd worden ingesteld.
SNAPSHOT/OPNAME
In het History-palet kan je
ook Snapshots maken van de status waarin je werk zich op dat moment bevindt.
Klik met de rechter muisknop in het History-palet en kies voor NEW SNAPSHOT en
geef een naam naar keuze. Zie dat bovenin het History-palet een nieuw Snapshot
is toegevoegd waarop je kan klikken.
HISTORIE-OPTIES
Door op het rechterpijltje
bovenin het History-palet te klikken en vervolgens te kiezen voor
History-options wordt een nieuw schermpje met keuzes geopend. De meeste keuzes
spreken voor zich. Een interessante is Allow Non-linear History, als deze niet
is aangevinkt dan zorgt voor een editting van een eerdere Staat, dat alle
daarna uitgevoerde handelingen worden verwijderd. Als deze is aangevinkt dan blijven
alle staten bewaard en wordt de handeling als nieuwe handeling aan het einde
van de lijst toegevoegd.
GEBRUIKEN VAN DE HISTORY-FUNCTIE
History is zowel te
gebruiken voor het ongedaan maken van eerder uitgevoerde handelingen, als ook
voor het maken van creatieve aanpassingen; het schilderen/tekenen met een
History-Staat.
- vóórdat je een grote
aanpassing in je foto maakt, maak dan eerst een SNAPSHOT. Kies hierbij voor
Full Document.
- op ieder willekeurig
moment kun je teruggaan naar een andere Snapshot of een andere Staat (nieuwere
Staten worden dan gearceerd weergegeven maar zijn nog steeds aan te klikken)
- je kan ook schilderen/tekenen
met een Staat, door het vakje voor de Staat naar keuze aan te vinken en uit de
Gereedschap-palet de History-brush te kiezen. Voorbeeld: maak van een
kleurenfoto zwart/wit door via Hue/Saturation de Saturation naar 0 te schuiven.
Zie dat de foto op het scherm zwart/wit wordt en dat er een Staat
Hue/Saturation is toegevoegd aan de History. Maak van de zwart/wit foto een
Snapshot, en klik op de eerdere kleuren Snapshot (bovenste), zie dat je
oorspronkelijke kleurenfoto weer wordt weergegeven. Ga nu met de History-brush
over je foto en zie dat de delen waar je overheen gaat nu zwart/wit worden.
- als je EDIT>FILL kiest
kan je een willekeurige selectie of de hele foto vullen met de History-Staat.
Kies hiervoor bij Fill>USE>History.
- onderaan het History-palet
geeft het linkerknopje een nieuw Photoshop document met de naam van de Staat.
Het middelste knopje maakt een Snapshot bij de gekozen Staat. Uiteraard wordt
de Staat verwijderd met de prullenbak.
Photoshop - Basisbeginselen - Gereedschapspalet
GEREEDSCHAPPALET
BURN TOOL (DOORDRUKKEN)
Maakt tonen donkerder. Met
instellingen hierbij kan het effect worden beperkt tot schaduwen, hooglichten
of middentonen. Te gebruiken om delen van de foto donkerder te maken om daarmee
gericht het contrast te verbeteren.
Bij gebruik van de ALT-toets
verandert dit gereedschap tijdelijk in Dodge, om hiermee het werken makkelijker
te maken.
DODGE TOOL (TEGENHOUDEN)
Maakt tonen lichter. Met
instellingen hierbij kan het effect worden beperkt tot schaduwen, hooglichten
of middentonen. Te gebruiken om delen van de foto lichter te maken om daarmee
gericht het contrast te verbeteren.
Bij gebruik van de ALT-toets
verandert dit gereedschap tijdelijk in BURN, om hiermee het werken makkelijker
te maken.
SPONGE TOOL (SPONS)
Brengt verandering in de
verzadiging (Saturate, Desaturate). Goed te gebruiken om rode huid, of blosjes
te verminderen.
Gebruik de ALT-toets om
tijdelijk te switchen tussen saturate en desaturate.
SHARPEN TOOL (VERSCHERPEN)
Verscherpt het deel waar je
de kwast overhaalt. Goed te gebruiken om lokale delen, bijvoorbeeld de ogen
meer scherpte te geven, zonder de rest van de foto aan te passen.
Gebruik de ALT-toets om
tijdelijk te switchen tussen verscherpen en vervagen.
BLUR TOOL (VERVAGEN)
Vervaagt het deel waar je de
kwast overhaalt. Goed te gebruiken om lokale delen, bijvoorbeeld de huid meer
te vervagen en daarmee oneffenheden weg te halen.
Gebruik de ALT-toets om
tijdelijk te switchen tussen verscherpen en vervagen.
SMUDGE TOOL (NATTE VINGER)
Gaat met pixels om alsof het
natte verf is. Kan handig zijn bij delicaat mengwerk van randen na inplakken
van fotodelen.
MAGIC ERASER TOOL (TOVERGUM)
Is combinatie van toverstaf
en delete-toets. Verwijdert direct de aangeklikte kleur.
PEN TOOL
Wordt gebruikt voor het
maken van resolutieonafhankelijke Paden. Dit wordt voornamelijk gebruikt om een
selectiekader te maken rond ongewone voorwerpen. Paden kunnen makkelijk omgezet
worden naar selecties en andersom.
QUICK EDIT
MASK/SNELMASKERMODUS (Q)
Dit is een instrument die
bij de professionele fotograaf ruim bekend is, maar helaas voor andere een niet
zo voor de handliggende keuze is. Met het QUICK EDIT MASK (Q) maak je met het
penseel een masker van het te selecteren gebied. Door te beginnen met een groot
penseel wordt eerst grof ingekleurd en met verkleining van het penseel ook de
meer delicate delen aan het masker toegevoegd. Met masker fungeert als een laag
over de foto en kan ook eenvoudig worden omgezet naar een selectie en vv door
weer de Q-toets in te drukken. Standaard is de kleur Rood
en is er een dekking van 50%, door dubbel te klikken op het icoontje in het
gereedschapspalet is de kleur en de dekking ervan aan te passen.
SELECTIEGEREEDSCHAPPEN
In het gereedschappenpalet
zitten drie groepen van selectiegereedschappen:
- selectiekaders; dit zijn de Rectangular Marquee Tool (rechthoekige)
en Elliptical Marquee Tool (cirkelvormige) selectiekaders voor het selecteren
van een groter gebied. Door de Shift-toets in te drukken selecteer je het
perfecte vierkant of cirkel.
- vrije hand selecties; dit zijn de Lasso Tool, de Polygonal Tool en
de Magnetic Lasso Tool. De Lasso Tool maakt gebogen verbindingen tussen
muiskliks die je langs de rand van het te selecteren gebied maakt. De Polygonal
Tool maakt rechtlijnige verbindingen tussen de muiskliks. De Magnetic Lasso
Tool probeert telkens zelf de rand te vinden van het te selecteren gebied. Bij
de laatste kan de breedte (hoe dicht
bij de rand te tekenen), het contrast
(hoe verschillend gebieden moeten zijn om ze als and te onderscheiden) en de frequentie (hoeveel verankeringspunten
er getekend moeten worden). Met Backspace wordt het laatst gezette
verankeringspunt telkens verwijderd.
- bijzondere selecties; Magic Wand Tool (Toverstaf), maakt een
selectie op basis van kleuren. Na klikken van een kleur in de foto wordt alles
met diezelfde kleur geselecteerd. Door aanvinken van Contiguous wordt alleen een aaneengesloten gebied van dezelfde
kleur geselecteerd. Met de Tolerance
kan het kleurbereik worden uitgebreid of beperkt mocht je te weinig of teveel
geselecteerd hebben. Tip: selecteer eerst het Pipet (I), ga naar de optiebalk
bovenaan het scherm en verander de instelling van Sample Size/Monstergrootte
van Point naar 3x3 of 5x5. Als je nu naar Magic Wand gaat, kan dit tool
makkelijker omgaan met gebieden waarin veel ruis voorkomt!
TBC .....
Photoshop - Basisbeginselen - Penselen
PENSELEN
Waarvoor gebruik je penselen:
Je kan wel stellen dat een
penseel een universeel instrument in Photoshop is. Allereerst is een penseel
een teken - of schilderinstrument. Daarnaast zijn er
nog vele andere mogelijkheden zoals: het zichtbaar/onzichtbaar(maskeren) maken
van delen van de foto door het verven met zwarte en witte verf, het verscherpen
of vervagen van fotodelen, het veranderen van de verzadiging, etc etc.
Photoshop heeft deze mogelijkheden weer netjes ondergebracht in het
gereedschappalet.
Instellingen bij een penseel:
- Masterdiameter
(Hoofddiameter); bepaalt de breedte van de penseelstreken in pixels. Met de
rechte haken-toetsen [] kan je tijdens het gebruik de penseelgrootte vergroten
of verkleinen.
- Hardness (Hardheid);
bepaalt het verloop (de scherpte) aan de randen van de penseelstreken.
- Mode; maakt het mogelijk
om specifiek gebruik (overvloeiopties) van het penseel in te stellen. Bv
Burn(Doordrukken), Dodge (Tegenhouden). 'Normal' is de uitgangsstand. Ook te bereiken via Shift+Rechtermuisknop.
- Opacity (Dekking); bepaalt
de hoeveelheid (%) verf die per streek wordt afgegeven. Meerdere penstreken
zorgen voor een hogere dichtheid.
- Flow (Stroominstelling);
de dekking van de verf wordt afhankelijk van de snelheid waarmee het penseel
wordt bewogen.
Penselenpalet:
[Windows>Brushes] (F5)
geeft je nog meer keuzes voor de vormdynamiek van de penselen. De meeste
hiervan zijn gerelateerd aan een drukgevoelige pen (bv Bamboo)
Eigen penselen:
[Edit>Define Brush Preset]
geeft de mogelijkheid om een eigen penseel te creëren. Selecteer hiervoor eerst
een rechthoekig gebied en maak dan de keuze voor Define Brush Preset.
ALT en SHIFT combinatie:
Als je bij penseel-, vul-,
of tekengereedschap de ALT-toets indrukt verandert de muis tijdelijk in een
Pipet om daarmee de Voorgrondkleur uit de foto te selecteren.
Iedere dag een plaatje - 56; Mislukt of niet? (Sony A57; 2sec, F/8, ISO100, 30mm, 0stap, no flash)
Je maakt een foto met een te lange sluitertijd en toch gooi je 'm niet weg, want heeft wel iets. Oordeel zelf maar!
woensdag 15 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 55; Those were the days (Sony A57; 1/15sec, F/8, ISO800, 90mm, 0stap, no flash)
Mickey & Minnie, een verstilde herinnering bij ons in de vitrinekast.
Technisch gezien best een lastige foto om te maken, want de lichtomstandigheden zijn verre van ideaal. Camera op Manual, lange sluitertijd (1/15 sec) en lichtgevoeligheid naar ISO 800. Met mijn vaste hand (;-)) en de steadyshot-functie van de camera uiteindelijk toch uit de hand geschoten. Plaatje laat zien dat de Sony uitstekend om kan gaan met de hogere lichtgevoeligheid en mogelijke ruis (bijna afwezig).
Technisch gezien best een lastige foto om te maken, want de lichtomstandigheden zijn verre van ideaal. Camera op Manual, lange sluitertijd (1/15 sec) en lichtgevoeligheid naar ISO 800. Met mijn vaste hand (;-)) en de steadyshot-functie van de camera uiteindelijk toch uit de hand geschoten. Plaatje laat zien dat de Sony uitstekend om kan gaan met de hogere lichtgevoeligheid en mogelijke ruis (bijna afwezig).
dinsdag 14 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 54; Persoonlijke Favoriet (Sony A57; 1/1250sec, F/5.6x, ISO100, 60mm, 0stap, no flash)
Soms maak je een foto met een bijzonder resultaat. De belichtingsmeter van de camera, via Spot-meting, vastgezet op de lucht/zonlicht en vervolgens een foto van de weerspiegelende zon in het water gemaakt. Levert dit mooie plaatje op. Laat je eens weten wat je ervan vindt?
maandag 13 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 53; Natuurlijk licht (Sony A57; 1/1000sec, F/5.6x, ISO100, 70mm, 0stap, no flash)
Een lantaarntje in de achtertuin, zak net zover door de knieen totdat de zon door het glas heenschijnt. Kies daarbij voor een grootdiafragma (5.6) en de achtergrond wordt vervaagd tot een bijzonder spel van gekleurde vlekjes.
Groet Rein
Groet Rein
vrijdag 10 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 52; Curious (Pentax K100D; xsec, F/x, ISOx, xmm, 0stap, no flash)
Vandaag iets heel anders. Van de week had ik het met iemand over de verschillende manieren om Photoshop te gebruiken. De eerste manier is als digitale doka waarmee je via een standaard workflow de foto's een opfrisbeurt geeft (zie mijn artiekltje hierover http://sonyalpha57-user.blogspot.nl/2013/05/photoshop-workflow-voor-eenvoudige.html. De andere manier van gebruik van Photoshop is de creatieve toepassing waarbij de enige begrenzing je eigen verbeelding is. De onderstaande foto is op die manier gemaakt. Feitelijk bestaat deze foto uit 5 verschillende foto's. Deze zijn, uitgeknipt, met gebruik van lagen over elkaar gelegd, van schaduwen voorzien, een vergelijkbare belichting gegeven en tot slot van overeenkomende kleuren voorzien en verscherpt. Dat levert dit grappige plaatje op van mijn dochter die haar bromfiets in de gaten houdt.
Voor iedereen een goed weekend!
Voor iedereen een goed weekend!
woensdag 8 mei 2013
Photoshop - Beheer je foto's met Photoshop Elements
Inleiding
Niets moet natuurlijk, maar we kennen allemaal nog van vroeger de schoenendozen vol met foto's, waarbij we onszelf hebben beloofd deze te sorteren en netjes in een fotoalbum te plakken. Niets is zo vervelend dan die ene leuke foto gemaakt tijdens de wintersport in 1996 of was het 1990, waarbij we onze nieuwe ski's aan het uitproberen waren, terug te vinden. Je kan je voorstellen dat het voor digitale foto's nog veel lastiger is om deze terug te vinden, of je harde schijf of cd-tjes, of op geheugenkaartjes. Gelukkig is met een aantal, relatief, eenvoudig uit te voeren stappen orde te houden in je fotoverzameling en daarmee chaos te voorkomen. Ik gebruik daarvoor Photoshop Elements, maar natuurlijk zijn er vele foto management programma's die hetzelfde voor je kunnen doen.
Stap 1; foto's van de camera naar de computer
Photoshop Elements heeft een Organizer waarmee het gehele foto management wordt gedaan. Je opent deze door rechtsboven in de programma-interface op Organizer the klikken. Er wordt een nieuw scherm geopend.
Om de foto's van de camera naar de computer te halen klik je eerst op 'File' en dan op 'Get Photos and Video's' en dan op 'From Camera or Card Reader'.
Er wordt een nieuw scherm geopend waarmee de foto's naar de computer kunnen worden overgezet.
Klik hier op BROWSE, kies een map en pas zonodig de naam aan van de nieuwe map waarin je de foto's wil opslaan en druk op OK. Nb je kan in dit scherm ook kiezen voor het geven van een andere naam aan de foto's en wat het programma moet doen na het kopieren van de foto's naar de harde schijf (bv verwijderen van de geheugenkaart).
Je kan ervoor kiezen om alle foto's te laden naar de computer, je kan ook selecties maken die in verschillende mappen terecht komen waarmee je de foto's vooraf kunt scheiden op bv onderwerp of datum.
Stap 2; uitzoeken en sorteren, de goede en minder gelukte foto's
Als de foto's zijn geladen dan begint het leuke werk van het uitzoeken en sorteren. Met de Tumbnail-slider aan de bovenzijde van het scherm kan je de display van de foto's vergroten of verkleinen. Om een foto op volledig schermformaat te bekijken dubbel-klik je daarop. Met de Rotate-knopjes kan je met en tegen de klok in draaien. Je kan dit doen voor individuele foto's of voor meedere foto's tegelijk die je met Ctrl+click selecteert. Je kan aan iedere foto een rating toevoegen door het gewenste aantal sterretjes onder iedere foto aan te clicken. Het is aan jezelf wat de betekenis van het aantal sterretjes is. Bv 1 ster voor weggooien, 5 sterren voor de beste.
Verwijderen mislukte foto's: Na het waarderen van alle foto's druk je bij de sterretjes bovenaan het scherm op 1 ster. Alle foto's met de 1 ster waarderen worden dan getoond. Selecteer alle getoonde foto's met Ctrl+A en druk vervolgens op de Del-toets van het toetsenbord. Je krijgt dan een nieuw schermpje met de vraag of je de foto's ook permanent van je harde schijf wil verwijderen.
Stap 3; maak jouw foto-albums
Met een foto-album maak je een virtuele groep van foto's zonder dat je de map-structuur op de harde schijf aanpast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een album met foto's waarop alleen de familieleden staan ongeacht wanneer en waar deze foto's zijn gemaakt. Je kan bijvoorbeeld ook denken aan een verjaardagsalbum met alleen de foto's van je jongste dochter over de jaren heen. Weet hierbij dat er geen kopieen worden gemaakt van de foto's. Je kan eenzelfde foto's in verschillende albums opslaan.
Hier is de manier om een album te maken: selecteer de foto's die je in hetzelfde album wil plaatsen door bv Ctrl+A voor alle foto's, of Ctrl+klik voor individuele foto's. Klik op de grote groene + onder albums en een nieuw schermpje wordt geopend met daarin de door jou geselecteerde foto's, type de gewenste naam voor het album in. Zie dat het album nu aan de rechterkant van het scherm verschijnt. Je kan andere foto's naar dit album slepen, en ook foto's verwijderen uit een album.
Voorbeelden van albums: jaartal, naam van dochter, wintersportvakantie etc, etc.
Stap 4; gebruik tags / sleutelwoorden bij je foto's
Dit mechanisme zal niet voor iedereen handig zijn. Vaak is de organisatie in albums al meer dan voldoende om een foto terug te kunnen vinden. Het is vooral veel werk om bij iedere foto een of meerdere tags of sleutelwoorden toe te voegen en het wil nog wel voorkomen dat een eerdere keuze voor dit soort woorden later wat minder goed uitpakt waardoor je veel aanpassingen moet doen. In hoofdlijn is het gebruik van albums te zien als de groepering van boeken in de 'romans'-afdeling van een bibliotheek, het gebruik van tags is om een specifieke naam van een schrijver, uitgever oid toe te voegen om daarmee een indivudueel boek te kunnen vinden.
Onder keyword tags vindt je de reeds ingevoegde keywords, door op de groene + te klikken kan je nieuwe keywords toevoegen. Je kan ervoor kiezen om een plaatje ter illustratie aan je keyword te verbinden. Als je alle keywords hebt aangemaakt, dan maak je zoals gebruikelijk een selectie van een of meerdere foto's waaraan je het keyword wil verbinden. Door de geselecteerde foto's naar de tag te slepen wordt de verbinding gemaakt. Er kunnen meerdere foto's aan een keyword worden gekoppeld én er kunnen meerdere keywords aan een foto worden verbonden. Hierbij heb je alle gewenste vrijheid. Als alle foto's van keywords zijn voorzien, kan je selecties maken door op het keyword in het rechterscherm te klikken, door meerdere keywoords achtereenvolgens aan te klikken wordt de selectie telkens verkleind.
Het verwijderen van een keyword bij een foto doe je door met de rechtermuisknop hierop te klikken en de keywords selecteren die verwijderd moeten worden.
Stap 5; maak een back-up van je foto's
Ik wens dit niemand toe, maar een harde schijf is ook een apparaat dat uiteindelijk maar een begrensde levensduur heeft. Ga er dus niet vanuit dat het jou niet overkomt, dat de schijf niet meer werkt! Oplossing is om altijd voor een back-up te zorgen. Back-ups zijn er in diverse smaken. De eerste vorm ligt dichtbij huis: een externe harde schijf of een DVD/cd. Ook hierbij zijn de nodige kanttekeningen te maken zoals de beperkte levensduur van een DVD/cd en bij een binnenbrand kan zomaar de boel verloren gaan, maar deze manier van back-up geeft je wel volledige controle over je spullen. De tweede vorm is te zorgen voor een back-up van je foto's op een externe server. Er zijn hierbij verschillende gratis en betaalde diensten om de foto's te parkeren. Denk bijvoorbeeld aan Cloud-dinesten als Flickr, Zoom, Picasa, e.d. Naast het voordeel van een veilige opslag kan je ervoor kiezen om je foto's met anderen te delen en commentaar te krijgen voor verbetering. Nadeel is wel dat er recent wat voorbeelden zijn van partijen die door failissement of vanuit rechtswege hun diensten moesten staken, waardoor het een schimmig verhaal is of je ooit nog bij je foto's kan komen.
Niets moet natuurlijk, maar we kennen allemaal nog van vroeger de schoenendozen vol met foto's, waarbij we onszelf hebben beloofd deze te sorteren en netjes in een fotoalbum te plakken. Niets is zo vervelend dan die ene leuke foto gemaakt tijdens de wintersport in 1996 of was het 1990, waarbij we onze nieuwe ski's aan het uitproberen waren, terug te vinden. Je kan je voorstellen dat het voor digitale foto's nog veel lastiger is om deze terug te vinden, of je harde schijf of cd-tjes, of op geheugenkaartjes. Gelukkig is met een aantal, relatief, eenvoudig uit te voeren stappen orde te houden in je fotoverzameling en daarmee chaos te voorkomen. Ik gebruik daarvoor Photoshop Elements, maar natuurlijk zijn er vele foto management programma's die hetzelfde voor je kunnen doen.
Stap 1; foto's van de camera naar de computer
Photoshop Elements heeft een Organizer waarmee het gehele foto management wordt gedaan. Je opent deze door rechtsboven in de programma-interface op Organizer the klikken. Er wordt een nieuw scherm geopend.
Om de foto's van de camera naar de computer te halen klik je eerst op 'File' en dan op 'Get Photos and Video's' en dan op 'From Camera or Card Reader'.
Er wordt een nieuw scherm geopend waarmee de foto's naar de computer kunnen worden overgezet.
Klik hier op BROWSE, kies een map en pas zonodig de naam aan van de nieuwe map waarin je de foto's wil opslaan en druk op OK. Nb je kan in dit scherm ook kiezen voor het geven van een andere naam aan de foto's en wat het programma moet doen na het kopieren van de foto's naar de harde schijf (bv verwijderen van de geheugenkaart).
Je kan ervoor kiezen om alle foto's te laden naar de computer, je kan ook selecties maken die in verschillende mappen terecht komen waarmee je de foto's vooraf kunt scheiden op bv onderwerp of datum.
Stap 2; uitzoeken en sorteren, de goede en minder gelukte foto's
Als de foto's zijn geladen dan begint het leuke werk van het uitzoeken en sorteren. Met de Tumbnail-slider aan de bovenzijde van het scherm kan je de display van de foto's vergroten of verkleinen. Om een foto op volledig schermformaat te bekijken dubbel-klik je daarop. Met de Rotate-knopjes kan je met en tegen de klok in draaien. Je kan dit doen voor individuele foto's of voor meedere foto's tegelijk die je met Ctrl+click selecteert. Je kan aan iedere foto een rating toevoegen door het gewenste aantal sterretjes onder iedere foto aan te clicken. Het is aan jezelf wat de betekenis van het aantal sterretjes is. Bv 1 ster voor weggooien, 5 sterren voor de beste.
Verwijderen mislukte foto's: Na het waarderen van alle foto's druk je bij de sterretjes bovenaan het scherm op 1 ster. Alle foto's met de 1 ster waarderen worden dan getoond. Selecteer alle getoonde foto's met Ctrl+A en druk vervolgens op de Del-toets van het toetsenbord. Je krijgt dan een nieuw schermpje met de vraag of je de foto's ook permanent van je harde schijf wil verwijderen.
Stap 3; maak jouw foto-albums
Met een foto-album maak je een virtuele groep van foto's zonder dat je de map-structuur op de harde schijf aanpast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een album met foto's waarop alleen de familieleden staan ongeacht wanneer en waar deze foto's zijn gemaakt. Je kan bijvoorbeeld ook denken aan een verjaardagsalbum met alleen de foto's van je jongste dochter over de jaren heen. Weet hierbij dat er geen kopieen worden gemaakt van de foto's. Je kan eenzelfde foto's in verschillende albums opslaan.
Hier is de manier om een album te maken: selecteer de foto's die je in hetzelfde album wil plaatsen door bv Ctrl+A voor alle foto's, of Ctrl+klik voor individuele foto's. Klik op de grote groene + onder albums en een nieuw schermpje wordt geopend met daarin de door jou geselecteerde foto's, type de gewenste naam voor het album in. Zie dat het album nu aan de rechterkant van het scherm verschijnt. Je kan andere foto's naar dit album slepen, en ook foto's verwijderen uit een album.
Voorbeelden van albums: jaartal, naam van dochter, wintersportvakantie etc, etc.
Stap 4; gebruik tags / sleutelwoorden bij je foto's
Dit mechanisme zal niet voor iedereen handig zijn. Vaak is de organisatie in albums al meer dan voldoende om een foto terug te kunnen vinden. Het is vooral veel werk om bij iedere foto een of meerdere tags of sleutelwoorden toe te voegen en het wil nog wel voorkomen dat een eerdere keuze voor dit soort woorden later wat minder goed uitpakt waardoor je veel aanpassingen moet doen. In hoofdlijn is het gebruik van albums te zien als de groepering van boeken in de 'romans'-afdeling van een bibliotheek, het gebruik van tags is om een specifieke naam van een schrijver, uitgever oid toe te voegen om daarmee een indivudueel boek te kunnen vinden.
Onder keyword tags vindt je de reeds ingevoegde keywords, door op de groene + te klikken kan je nieuwe keywords toevoegen. Je kan ervoor kiezen om een plaatje ter illustratie aan je keyword te verbinden. Als je alle keywords hebt aangemaakt, dan maak je zoals gebruikelijk een selectie van een of meerdere foto's waaraan je het keyword wil verbinden. Door de geselecteerde foto's naar de tag te slepen wordt de verbinding gemaakt. Er kunnen meerdere foto's aan een keyword worden gekoppeld én er kunnen meerdere keywords aan een foto worden verbonden. Hierbij heb je alle gewenste vrijheid. Als alle foto's van keywords zijn voorzien, kan je selecties maken door op het keyword in het rechterscherm te klikken, door meerdere keywoords achtereenvolgens aan te klikken wordt de selectie telkens verkleind.
Het verwijderen van een keyword bij een foto doe je door met de rechtermuisknop hierop te klikken en de keywords selecteren die verwijderd moeten worden.
Stap 5; maak een back-up van je foto's
Ik wens dit niemand toe, maar een harde schijf is ook een apparaat dat uiteindelijk maar een begrensde levensduur heeft. Ga er dus niet vanuit dat het jou niet overkomt, dat de schijf niet meer werkt! Oplossing is om altijd voor een back-up te zorgen. Back-ups zijn er in diverse smaken. De eerste vorm ligt dichtbij huis: een externe harde schijf of een DVD/cd. Ook hierbij zijn de nodige kanttekeningen te maken zoals de beperkte levensduur van een DVD/cd en bij een binnenbrand kan zomaar de boel verloren gaan, maar deze manier van back-up geeft je wel volledige controle over je spullen. De tweede vorm is te zorgen voor een back-up van je foto's op een externe server. Er zijn hierbij verschillende gratis en betaalde diensten om de foto's te parkeren. Denk bijvoorbeeld aan Cloud-dinesten als Flickr, Zoom, Picasa, e.d. Naast het voordeel van een veilige opslag kan je ervoor kiezen om je foto's met anderen te delen en commentaar te krijgen voor verbetering. Nadeel is wel dat er recent wat voorbeelden zijn van partijen die door failissement of vanuit rechtswege hun diensten moesten staken, waardoor het een schimmig verhaal is of je ooit nog bij je foto's kan komen.
Iedere dag een plaatje - 51; Helicopter (Sony A57; 1/2500sec, F/5.6, ISO100, 270mm, 0stap, no flash)
Nog een laatste plaatje van het bevrijdingsfestival. Om circa 8 uur landt de helicopter met Sanne Hans (Miss Montreal) op het festivalterrein. Met de telelens kon ik goed dichtbij komen én de achterliggende lucht met de ondergaande zon, gaf wel een heel aparte belichting. Ik dacht wel de moeite waard om als plaatje van de dag te gebruiken.
dinsdag 7 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 50; Jong geleerd, ....(Sony A57; 1/2000sec, F/5.6, ISO400, 80mm, 0stap, no flash)
Zo nu en dan vindt je een dankbaar onderwerp dat te mooi is om niet vast te willen leggen. Het jongetje genoot, op de arm van zijn vader, uitbundig van de rauwe rock van Green Lizard tijdens het bevrijdingsfestival in Almere. Ze hebben er een fan bij.
maandag 6 mei 2013
Photoshop - Workflow voor eenvoudige nabewerking van foto's
Inleiding
Je komt met een digitale camera vol foto's terug thuis, en dan? Natuurlijk wil je de mooiste plaatjes delen met je naasten via de TV, of misschien bevriende fotografen via een website, of misschien wel mooie vergrotingen afdrukken en inlijsten. Vroeger ging het rolletje naar de ontwikkelcentrale die het negatief voor je ontwikkelde en de contactafdrukjes maakte. Tegenwoordig kruipen we direct achter de computer en kopieren de foto's naar de harde schijf. Dan begint het sorteren en het nabewerken van de foto's. Er zijn goede programma's zoals Photoshop te koop hiervoor, maar er zijn ook gratis alternatieven zoals het open source programma GIMP. Feitelijk hebben de meeste programma's alle standaard hulpmiddelen onder de motorkap om met een eenvoudige nabewerking de meest bevredigende resultaten te behalen. Hoewel je alle hulpmiddelen los van elkaar op je foto's kan loslaten, is er toch een noodzakelijke volgorde te hanteren voor een goed resultaat. Leer deze volgorde in iedere situatie toe te passen, dan is een vaste en consistente kwaliteit van de nabewerking mogelijk.
Dan het waarom van nabewerken
Natuurlijk heb je een goede camera en een goed oog voor compositie maar toch blijkt thuis dat de foto onder- of overbelichte delen heeft, of dat de kleuren wat flets zijn, of dat de scherpte nog wat beter kan, of dat de horizon scheef staat, je onderwerp rode ogen heeft door het flitsen en ga zo maar door. Allemaal zaken die met de eenvoudige fotobewerkingsulpmiddelen zijn te verhelpen en waardoor je foto's een meer professionele uitstraling krijgen.
Wist je dat: voor iedere foto uit een digitale camera moet verscherping worden toegepast om daarmee de werkelijke scherpte van de foto naar voren te halen. Weet wel dat het verscherpen ALTIJD de allerlaatste handeling is die je op je foto doet.
Windows-PC / Photoshop
In dit artikel gebruik ik een Windows-PC en de elements versie van Photoshop. Natuurlijk zijn er vergelijkbare handelingen op een MAC, tablet uit te voeren.
Stap 1: Vastleggen en beschermen
Maak een map op je harde schijf en begin deze met de datum en dan een verkorte naam van het onderwerp bijvoorbeeld: 20130514 - Artis. Maak in de directory drie mappen aan: Origineel, PSD, Resultaat. Zet je foto's via de USB-kabel, of de geheugenkaartlezer, over naar de hierboven genoemde map: Origineel. Onthoud dat de map Origineel je originele foto's bevat en dat het niet de bedoeling is daarop enige wijziging aan te brengen. Om ongelukjes te voorkomen kan je de eigenschappen van die map veranderen in 'read-only', dan kan je alleen lezen, maar niet schrijven in de map. De map PSD gebruik je om de tussenresultaten van de nabewerking in op te slaan. In Photoshop is dat in het PSD-formaat en je foto's krijgen dan PSD als extensie. Je kan hiermee op een later moment nog eens handelingen aanpassen of terugdraaien. Daarnaast voorkom je met telkens opslaan van tussenresultaten in JPG dat de kwaliteit door herhaalde compressie sterk verminderd. In de map Resultaat sla je als je tevreden bent met je bewerkingen, het eindresultaat in JPG op.
Tip: werk je langer dan 30 minuten aan een foto, doe dan een tussentijdse Save naar de PSD map.
Stap 2: Uitsnijden en rechtzetten
Voor iedere foto overweeg je een beelduitsnede via de CROP-tool. Met dit tool trek je een vierkant of rechthoek over de foto en kies je voor het deel van de foto dat je wil behouden. Bedenk dat voorwerpen langs de randen van de foto kunnen afleiden, of personen of de achtergrond leiden af van de hoofdpersoon. Het bijsnijden kan vrij of gebonden aan het de oorspronkelijke fotoverhoudingen. Wees natuurlijk wel voorzichtig met hoeveel je wegsnijdt, want met wegsnijden gooi je pixels van de foto weg waardoor je een deel van je resolutie kwijtraakt.
Ja, iedere fotograaf vindt dat hij zijn foto's netjes recht maakt. Moderne camera's hebben een waterpas aan boord om een rechte foto te maken. Toch is het nog wel eens nodig om je foto recht te zetten. In Photoshop kan dit op verschillende manieren. De eerste ligt in het verlengde van het voornoemde CROP-pen. Voordat je op het groene vinkje klikt om de CROP definitief te maken, plaats je de cursor buiten het geselecteerde vlak en zie dat deze daarmee rond wordt. Met een klik draai je vervolgens de selectie. Sluit af met het groene vinkje.
Andere manieren zijn:
- het straigthen & crop - tool onder IMAGE>ROTATE, waarmee je met het trekken van een lijn over de horizon, Photoshop het werk kan laten doen.
- een graden nauwkeurige rotoatie met FILTER>CORRECT CAMERA DISTORTION, voer bij ANGLE de gewenste draaihoek in en check op het raster of je foto recht staat. Knip na deze handeling met het CROP tool de foto weer bij tot een nette rechthoek.
Stap 3: Aanpassen zwart- en wit-waarden
Na alle voorbereidingen in de stappen 1 en 2 begint nu het echte werk van de nabewerking. Veel gebruikers van Photoshop beginnen direct met aanpassen van kleur of brightness/contrast. Geen van beide is een goed idee als de foto nog geen goede zwart en wit waarden heeft. Juist een goede instelling daarvan heeft een groot effect op de kleuren en het contrast.
De instelling van de goede zwart- en wit- waarden doe je met LEVELS.
Kies voor ENHANCE>ADJUST LIGHTNING>LEVELS. Hierdoor wordt een nieuw schermpje geopend dat het histogram van de foto weergeeft. Zie dat direct onder het histogram een zwarte, grijze en witte driehoek zit die je met klikken kan verschuiven. Door respectievelijk de zwarte naar rechts en de witte driehoek naar links te schuiven komen de zwart en wit waarden in beeld. Een histogram is meestal een bergachtigfiguur, schuif de driehoekjes naar het begin en naar het einde van de berg voor een goed resultaat (zie hoe kleur en contrast zich verbeteren). De vraag blijft wel hoeveel je de schuifjes moet verzetten. Dit blijft een subjectieve beleving, teveel wit maakt de foto harder en je verliest de details in de naar wit neigende gebieden, teveel zwart maakt delen te donker en verliezen ook hun detail. In het algemeen kan je wel stellen dat zwart de meeste aanpassing kan verdragen, terwijl voor wit een minimale aanpassing al voldoet.
Stap 4: Aanpassen Midtonen
Zoals je al kan raden zijn de midtonen in een foto, alle tonen tussen zwart en wit. Je komt deze tonen tegen als hooglichten (met details), of laaglichten/schaduwen(met details) en de overige tonen van een foto. Juist de midtonen brengen de brightness en de kleuren van je foto tot leven. De instelling van de midtonen doe je met CURVES.
Kies voor ENHACE>ADJUST COLOR>ADJUST COLOR CURVES. Hierdoor wordt een nieuw schermpje geopend met een 'before' en 'after' voorbeeld van je foto. Linksonder zijn een aantal voorgeprogrammeerde settings die je eerst kan uitproberen om het effect daarvan op je foto te zien: BACKLIGHT, DARKEN HIGHLIGHTS, DEFAULT, INCREASE CONTRAST, INCREASE MIDTONES, LIGHTEN SHADOWS, SOLARIZE. Middenonder staan de sliders: ADJUST HIGHLIGHTS, MIDTONE BRIGHTNESS, MIDTONE CONTRAST, ADJUST SHADOWS. Rechtsonder zie je een grafiekje met de curve.
Welke instellingen je gebruikt hangt natuurlijk sterk af van je foto. B.v. bevat je foto veel schaduwpartijen dan kan je deze opfrissen door voor LIGHTEN SHADOWS te kiezen. Vervolgens kan je met de Adjust Shadows slider het effect versterken of verzwakken. B.v. bevat je foto veel hooglicht-partijen dan kan je deze donkerder maken en daarmee de structuur naar voren brengen via DARKEN HIGHLIGHTS. Vervolgens kan je met de slider Adjust Hightlights het effect versterken of verzwakken. Een wat vlak ogende foto kan met de andere opties worden opgepept.
Door te kiezen voor DEFAULT worden alle sliders teruggezet naar de beginwaarde.
Stap 4a: Zichtbaar maken van details in schaduwen en hooglichten
Dit is een specifiek hulpmiddel dat is gebaseerd op wat hierbij is verteld in stap4. Door voor ENHACE>ADJUST LIGHTNING>SHADOWS/HIGHLIGHTS te kiezen wordt een schermpje met sliders geopend waarmee met de bovenste slider de lichte gebieden donkerder worden gemaakt en daarmee meer details vertonen. Met de tweede slider worden schaduwen lichter gemaakt en vertonen meer detail. Dit effect kan ook met de CURVES worden bereikt zoals besproken in stap 4.
Stap 5: Aanpassen van de kleuren: kleurzweem
Digitale camera's hebben nog wel eens de neiging kleuren anders waar te nemen dan onze ogen doen. Dit zie je vooral als het licht niet echt wit is en waardoor er een kleurzweem op de foto ontstaat. Natuurlijk heb je de witbalans-instelling van de camera, waardoor je de camera helpt om een goede kleurkeuze te maken. Heb je dan toch een te blauwe of te gele foto, geen man overboord. Photoshop kan je via de LEVELS uit stap 3, daarvan afhelpen.
Kies voor ENHANCE>ADJUST LIGHTNING>LEVELS. Hierdoor wordt een nieuw schermpje geopend dat het histogram van de foto weergeeft. Zie aan de rechterzijde van dit scherpje drie oogdruppelaars. Kies voor de middelste grijze druppelaar en ga met de cursor over de foto en klik op een plek dat neutaal zou moeten zijn. Eerste pogingen kunnen rare kleureffecten opleveren, maar na een aantal keer proberen is er een algemeen goed kleurbeeld te maken.
Wist je dat: dit de mythe een beetje ontkracht dat er voor een JPG-file geen witbalans correcties mogelijk zouden zijn. Na toepassen van de LEVEL handelingen zie je in het histogram streepjes ontstaan, dit effect heet combing (kam). Normalitair kan je dit negeren.
Stap 6: Aanpassen van de kleuren: HUE / SATURATION
Kleuren kunnen op twee manieren worden beinvloed. Via HUE pas je de kleur van de kleur aan. SATURATION past de intensiteit van de kleur aan. Het gebruik van deze aanpassing heeft pas zin als de voorgaande stappen zijn gedaan.
Kies voor ENHACE>ADJUST COLOR>ADJUST HUE/SATURATION. Hierdoor wordt een nieuw scherpje geopend. Door bij Edit te klikken wordt een lijst geopend met MASTER en andere kleuren. Bij de keuze voor MASTER worden alle kleuren tegelijk aangepast, voor de keuze van een specifieke kleur wordt alleen die kleur aangepast. Begin eerst met de MASTER en beperk je SATURATION aanpassing tot een maximum van 10 tot 15. Pas nu per kleur de HUE/SATURATION aan.
Stap 7: Verscherpen
Echt als allerlaatste stap is het verscherpen. Zoals eerder gezegd is verscherpen een must, omdat digitale foto's van zichzelf een zekere onscherpte hebben. Verscherpen heeft verder nog een noodzaak in relatie tot het afdrukken van een foto. Gebruik voor het verscherpen de functie: ENHANCE>UNSHARP MASK. Er zijn hier 3 parameters om een goede instelling te vinden. Het effect van verscherpen is direct op het scherm te zien. Pas op, ook hier geldt het toepassen met mate.
A: Werken met lagen
Photoshop is zo gemaakt dat je de bovenstaande stappen ook kan opbouwen in verschillende lagen, dus voor iedere stap een eigen aanpassingslaag. Iedere laag fungeert dan als transparant waarbij je later in het proces nog eerdere instellingen kan wijzigen of zelfs ongedaan maken. Het behoud van de lagen structuur impliceert een opslag van je foto in het PSD formaat. Ben je echt helemaal klaar dan kan je de lagen via LAYER>FLATTEN IMAGE platdrukken tot 1 foto.
B: Historie van de wijzigingen
Photoshop houdt ook alle wijzigingen bij in een historisch overzicht. Met dit overzicht kan je wijzigingen ongedaan maken. Voor het behoud van de historie tbv een volgende edit-sessie is het nodig dat het plaatje in het PSD-format wordt opgeslagen.
C: RAW foto's
RAW is een foto formaat dat door veel digitale camera's wordt ondersteund. Zoals de naam als zegt is dit te beschouwen als een ruw tussenformaat waarop via de computer nabewerking nodig is. RAW is dus niet gecomprimeerd, hetgeen leidt tot een grote opslagruimte. Met speciale software is, vergelijkbaar met de stappen zoals hierboven een workflow te volgen voor het nabewerkingsproces. Nog meer dan bij JPG zijn achteraf nog veel meer zaken op een RAW-file te corrigeren.
D: Geautomatiseerde nabewerking
Programma's als Photoshop kunnen bepaalde handelingen uit de nabewerking geautomatiseerd uitvoeren. Daarnaast is het programma ook zo in te stellen dat hij dezelfde handeling op veel foto's tegelijk kan uitvoeren, zonder dat je zelf iedere foto met het handje moet laden. De relevantie van dit soort handelingen is beperkt, omdat de tweaks op individuele foto's uiteindelijk toch een uniek karakter hebben.
Je komt met een digitale camera vol foto's terug thuis, en dan? Natuurlijk wil je de mooiste plaatjes delen met je naasten via de TV, of misschien bevriende fotografen via een website, of misschien wel mooie vergrotingen afdrukken en inlijsten. Vroeger ging het rolletje naar de ontwikkelcentrale die het negatief voor je ontwikkelde en de contactafdrukjes maakte. Tegenwoordig kruipen we direct achter de computer en kopieren de foto's naar de harde schijf. Dan begint het sorteren en het nabewerken van de foto's. Er zijn goede programma's zoals Photoshop te koop hiervoor, maar er zijn ook gratis alternatieven zoals het open source programma GIMP. Feitelijk hebben de meeste programma's alle standaard hulpmiddelen onder de motorkap om met een eenvoudige nabewerking de meest bevredigende resultaten te behalen. Hoewel je alle hulpmiddelen los van elkaar op je foto's kan loslaten, is er toch een noodzakelijke volgorde te hanteren voor een goed resultaat. Leer deze volgorde in iedere situatie toe te passen, dan is een vaste en consistente kwaliteit van de nabewerking mogelijk.
Dan het waarom van nabewerken
Natuurlijk heb je een goede camera en een goed oog voor compositie maar toch blijkt thuis dat de foto onder- of overbelichte delen heeft, of dat de kleuren wat flets zijn, of dat de scherpte nog wat beter kan, of dat de horizon scheef staat, je onderwerp rode ogen heeft door het flitsen en ga zo maar door. Allemaal zaken die met de eenvoudige fotobewerkingsulpmiddelen zijn te verhelpen en waardoor je foto's een meer professionele uitstraling krijgen.
Wist je dat: voor iedere foto uit een digitale camera moet verscherping worden toegepast om daarmee de werkelijke scherpte van de foto naar voren te halen. Weet wel dat het verscherpen ALTIJD de allerlaatste handeling is die je op je foto doet.
Windows-PC / Photoshop
In dit artikel gebruik ik een Windows-PC en de elements versie van Photoshop. Natuurlijk zijn er vergelijkbare handelingen op een MAC, tablet uit te voeren.
Stap 1: Vastleggen en beschermen
Maak een map op je harde schijf en begin deze met de datum en dan een verkorte naam van het onderwerp bijvoorbeeld: 20130514 - Artis. Maak in de directory drie mappen aan: Origineel, PSD, Resultaat. Zet je foto's via de USB-kabel, of de geheugenkaartlezer, over naar de hierboven genoemde map: Origineel. Onthoud dat de map Origineel je originele foto's bevat en dat het niet de bedoeling is daarop enige wijziging aan te brengen. Om ongelukjes te voorkomen kan je de eigenschappen van die map veranderen in 'read-only', dan kan je alleen lezen, maar niet schrijven in de map. De map PSD gebruik je om de tussenresultaten van de nabewerking in op te slaan. In Photoshop is dat in het PSD-formaat en je foto's krijgen dan PSD als extensie. Je kan hiermee op een later moment nog eens handelingen aanpassen of terugdraaien. Daarnaast voorkom je met telkens opslaan van tussenresultaten in JPG dat de kwaliteit door herhaalde compressie sterk verminderd. In de map Resultaat sla je als je tevreden bent met je bewerkingen, het eindresultaat in JPG op.
Tip: werk je langer dan 30 minuten aan een foto, doe dan een tussentijdse Save naar de PSD map.
Stap 2: Uitsnijden en rechtzetten
Voor iedere foto overweeg je een beelduitsnede via de CROP-tool. Met dit tool trek je een vierkant of rechthoek over de foto en kies je voor het deel van de foto dat je wil behouden. Bedenk dat voorwerpen langs de randen van de foto kunnen afleiden, of personen of de achtergrond leiden af van de hoofdpersoon. Het bijsnijden kan vrij of gebonden aan het de oorspronkelijke fotoverhoudingen. Wees natuurlijk wel voorzichtig met hoeveel je wegsnijdt, want met wegsnijden gooi je pixels van de foto weg waardoor je een deel van je resolutie kwijtraakt.
Ja, iedere fotograaf vindt dat hij zijn foto's netjes recht maakt. Moderne camera's hebben een waterpas aan boord om een rechte foto te maken. Toch is het nog wel eens nodig om je foto recht te zetten. In Photoshop kan dit op verschillende manieren. De eerste ligt in het verlengde van het voornoemde CROP-pen. Voordat je op het groene vinkje klikt om de CROP definitief te maken, plaats je de cursor buiten het geselecteerde vlak en zie dat deze daarmee rond wordt. Met een klik draai je vervolgens de selectie. Sluit af met het groene vinkje.
Andere manieren zijn:
- het straigthen & crop - tool onder IMAGE>ROTATE, waarmee je met het trekken van een lijn over de horizon, Photoshop het werk kan laten doen.
- een graden nauwkeurige rotoatie met FILTER>CORRECT CAMERA DISTORTION, voer bij ANGLE de gewenste draaihoek in en check op het raster of je foto recht staat. Knip na deze handeling met het CROP tool de foto weer bij tot een nette rechthoek.
Stap 3: Aanpassen zwart- en wit-waarden
Na alle voorbereidingen in de stappen 1 en 2 begint nu het echte werk van de nabewerking. Veel gebruikers van Photoshop beginnen direct met aanpassen van kleur of brightness/contrast. Geen van beide is een goed idee als de foto nog geen goede zwart en wit waarden heeft. Juist een goede instelling daarvan heeft een groot effect op de kleuren en het contrast.
De instelling van de goede zwart- en wit- waarden doe je met LEVELS.
Kies voor ENHANCE>ADJUST LIGHTNING>LEVELS. Hierdoor wordt een nieuw schermpje geopend dat het histogram van de foto weergeeft. Zie dat direct onder het histogram een zwarte, grijze en witte driehoek zit die je met klikken kan verschuiven. Door respectievelijk de zwarte naar rechts en de witte driehoek naar links te schuiven komen de zwart en wit waarden in beeld. Een histogram is meestal een bergachtigfiguur, schuif de driehoekjes naar het begin en naar het einde van de berg voor een goed resultaat (zie hoe kleur en contrast zich verbeteren). De vraag blijft wel hoeveel je de schuifjes moet verzetten. Dit blijft een subjectieve beleving, teveel wit maakt de foto harder en je verliest de details in de naar wit neigende gebieden, teveel zwart maakt delen te donker en verliezen ook hun detail. In het algemeen kan je wel stellen dat zwart de meeste aanpassing kan verdragen, terwijl voor wit een minimale aanpassing al voldoet.
Stap 4: Aanpassen Midtonen
Zoals je al kan raden zijn de midtonen in een foto, alle tonen tussen zwart en wit. Je komt deze tonen tegen als hooglichten (met details), of laaglichten/schaduwen(met details) en de overige tonen van een foto. Juist de midtonen brengen de brightness en de kleuren van je foto tot leven. De instelling van de midtonen doe je met CURVES.
Kies voor ENHACE>ADJUST COLOR>ADJUST COLOR CURVES. Hierdoor wordt een nieuw schermpje geopend met een 'before' en 'after' voorbeeld van je foto. Linksonder zijn een aantal voorgeprogrammeerde settings die je eerst kan uitproberen om het effect daarvan op je foto te zien: BACKLIGHT, DARKEN HIGHLIGHTS, DEFAULT, INCREASE CONTRAST, INCREASE MIDTONES, LIGHTEN SHADOWS, SOLARIZE. Middenonder staan de sliders: ADJUST HIGHLIGHTS, MIDTONE BRIGHTNESS, MIDTONE CONTRAST, ADJUST SHADOWS. Rechtsonder zie je een grafiekje met de curve.
Welke instellingen je gebruikt hangt natuurlijk sterk af van je foto. B.v. bevat je foto veel schaduwpartijen dan kan je deze opfrissen door voor LIGHTEN SHADOWS te kiezen. Vervolgens kan je met de Adjust Shadows slider het effect versterken of verzwakken. B.v. bevat je foto veel hooglicht-partijen dan kan je deze donkerder maken en daarmee de structuur naar voren brengen via DARKEN HIGHLIGHTS. Vervolgens kan je met de slider Adjust Hightlights het effect versterken of verzwakken. Een wat vlak ogende foto kan met de andere opties worden opgepept.
Door te kiezen voor DEFAULT worden alle sliders teruggezet naar de beginwaarde.
Stap 4a: Zichtbaar maken van details in schaduwen en hooglichten
Dit is een specifiek hulpmiddel dat is gebaseerd op wat hierbij is verteld in stap4. Door voor ENHACE>ADJUST LIGHTNING>SHADOWS/HIGHLIGHTS te kiezen wordt een schermpje met sliders geopend waarmee met de bovenste slider de lichte gebieden donkerder worden gemaakt en daarmee meer details vertonen. Met de tweede slider worden schaduwen lichter gemaakt en vertonen meer detail. Dit effect kan ook met de CURVES worden bereikt zoals besproken in stap 4.
Stap 5: Aanpassen van de kleuren: kleurzweem
Digitale camera's hebben nog wel eens de neiging kleuren anders waar te nemen dan onze ogen doen. Dit zie je vooral als het licht niet echt wit is en waardoor er een kleurzweem op de foto ontstaat. Natuurlijk heb je de witbalans-instelling van de camera, waardoor je de camera helpt om een goede kleurkeuze te maken. Heb je dan toch een te blauwe of te gele foto, geen man overboord. Photoshop kan je via de LEVELS uit stap 3, daarvan afhelpen.
Kies voor ENHANCE>ADJUST LIGHTNING>LEVELS. Hierdoor wordt een nieuw schermpje geopend dat het histogram van de foto weergeeft. Zie aan de rechterzijde van dit scherpje drie oogdruppelaars. Kies voor de middelste grijze druppelaar en ga met de cursor over de foto en klik op een plek dat neutaal zou moeten zijn. Eerste pogingen kunnen rare kleureffecten opleveren, maar na een aantal keer proberen is er een algemeen goed kleurbeeld te maken.
Wist je dat: dit de mythe een beetje ontkracht dat er voor een JPG-file geen witbalans correcties mogelijk zouden zijn. Na toepassen van de LEVEL handelingen zie je in het histogram streepjes ontstaan, dit effect heet combing (kam). Normalitair kan je dit negeren.
Stap 6: Aanpassen van de kleuren: HUE / SATURATION
Kleuren kunnen op twee manieren worden beinvloed. Via HUE pas je de kleur van de kleur aan. SATURATION past de intensiteit van de kleur aan. Het gebruik van deze aanpassing heeft pas zin als de voorgaande stappen zijn gedaan.
Kies voor ENHACE>ADJUST COLOR>ADJUST HUE/SATURATION. Hierdoor wordt een nieuw scherpje geopend. Door bij Edit te klikken wordt een lijst geopend met MASTER en andere kleuren. Bij de keuze voor MASTER worden alle kleuren tegelijk aangepast, voor de keuze van een specifieke kleur wordt alleen die kleur aangepast. Begin eerst met de MASTER en beperk je SATURATION aanpassing tot een maximum van 10 tot 15. Pas nu per kleur de HUE/SATURATION aan.
Stap 7: Verscherpen
Echt als allerlaatste stap is het verscherpen. Zoals eerder gezegd is verscherpen een must, omdat digitale foto's van zichzelf een zekere onscherpte hebben. Verscherpen heeft verder nog een noodzaak in relatie tot het afdrukken van een foto. Gebruik voor het verscherpen de functie: ENHANCE>UNSHARP MASK. Er zijn hier 3 parameters om een goede instelling te vinden. Het effect van verscherpen is direct op het scherm te zien. Pas op, ook hier geldt het toepassen met mate.
A: Werken met lagen
Photoshop is zo gemaakt dat je de bovenstaande stappen ook kan opbouwen in verschillende lagen, dus voor iedere stap een eigen aanpassingslaag. Iedere laag fungeert dan als transparant waarbij je later in het proces nog eerdere instellingen kan wijzigen of zelfs ongedaan maken. Het behoud van de lagen structuur impliceert een opslag van je foto in het PSD formaat. Ben je echt helemaal klaar dan kan je de lagen via LAYER>FLATTEN IMAGE platdrukken tot 1 foto.
B: Historie van de wijzigingen
Photoshop houdt ook alle wijzigingen bij in een historisch overzicht. Met dit overzicht kan je wijzigingen ongedaan maken. Voor het behoud van de historie tbv een volgende edit-sessie is het nodig dat het plaatje in het PSD-format wordt opgeslagen.
C: RAW foto's
RAW is een foto formaat dat door veel digitale camera's wordt ondersteund. Zoals de naam als zegt is dit te beschouwen als een ruw tussenformaat waarop via de computer nabewerking nodig is. RAW is dus niet gecomprimeerd, hetgeen leidt tot een grote opslagruimte. Met speciale software is, vergelijkbaar met de stappen zoals hierboven een workflow te volgen voor het nabewerkingsproces. Nog meer dan bij JPG zijn achteraf nog veel meer zaken op een RAW-file te corrigeren.
D: Geautomatiseerde nabewerking
Programma's als Photoshop kunnen bepaalde handelingen uit de nabewerking geautomatiseerd uitvoeren. Daarnaast is het programma ook zo in te stellen dat hij dezelfde handeling op veel foto's tegelijk kan uitvoeren, zonder dat je zelf iedere foto met het handje moet laden. De relevantie van dit soort handelingen is beperkt, omdat de tweaks op individuele foto's uiteindelijk toch een uniek karakter hebben.
Iedere dag een plaatje - 49; Voor Het Goede Doel (Sony A57; 1/250sec, F/5.6, ISO100, 50mm, 0stap, no flash)
Goed om de heren Temming en Westbroek, met een retestrakke band in de weer te zien. Deze foto is gemaakt op het bevrijdingsfestival in Almere. Alle grote hits kwamen voorbij en de heren waren in een opperbeste stemming. Het zonnetje van 7 uur 's avonds gaf mooi licht af, wat de fotografen ookwel het 'golden hour' noemen.
vrijdag 3 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 48; Prins Spot (Sony A57; 1/25sec, F/5.6, ISO800, 120mm, +0.7stap, no flash)
In een week van oranjegekte eindelijk de tijd gevonden voor een nieuw statieportret (alleen een beetje jammer van die mensen die door het beeld lopen ;-))
donderdag 2 mei 2013
Photoshop - Digital Hand Colouring / Digitale inkleuring van foto's
Het komt nog wel eens voor dat een kleur in een foto je niet bevalt, of dat je een kleur juist op wil laten vallen, of dat je een zwart/wit foto zou willen inkleuren. Dat kan natuurlijk op de ouderwetse manier door de foto eerst op mat-papier af te drukken en dan met de kleurpotloden en stiften aan de slag te gaan. Het kan natuurlijk ook digitaal en zelfs met de meeste foto-edit-programma's. Het grote voordeel van digitaal inkleur van je foto's is, dat je fouten makkelijk kan herstellen, of een eerder gekozen kleur later gewoon kan veranderen.
Ook hierbij is het een goede raad om eerst simpel te beginnen en zo te kneepjes van het digitaal inkleuren onder de knie te krijgen. De meest eenvoudige manier is in te kleuren zoals een kleurplaat met nummertjes. Gelijke nummers is dezelfde kleur. Gebruik de kwast / pen-instellingen van je fotobewerkingsprogramma en breng de kleur in verschillende lagen aan. Zo kan je kleuren doseren.
Onderstaande gaat uit van Photoshop en gebruikt een aantal elementaire handelingen:
- openen van een foto
- het creeren van lagen
- het gebruik van het kleurenpalet
- het gebruik van kwasten met instelling van grootte en dichtheid (opacity)
- selecties maken
- het gebruik van Gaussian Blur
Procedure:
1 - open een zwart/wit foto en check of je in kleur aan het werken bent. (Dit doe je in Photoshop via IMAGE>MODE>RGB Color)
2 - open een nieuwe LAAG bovenop de originele foto via LAYER>NEW>LAYER en geef deze laag een naam. Deze nieuwe laag kan je zien als een transparant vel dat je over de foto heen legt en waarop je de kleur kan aanbrengen zonder dat je de foto zelf aanpast. (We gaan er in dit voorbeeld vanuit dat we 1 transparant gebruiken, je kan natuurlijk voor verschillende kleuren ook verschillende lagen gebruiken die je de naam van de kleur kan geven.)
3 - open het kleurenpalet via WINDOWS>COLOR SWATCHES en kies de eerste kleur die je wil gebruiken. Er zijn in het kleurenpalet al veel kleuren beschikbaar. Als je de kleur niet vindt kan je via dit palet ook zelf de kleur 'mengen'.
4 - open de PALET BIN en kies voor het BRUSH TOOL. Kies een gepaste grootte van de kwast (SIZE) en zet de MODE op COLOR. Zet de dosering (OPACITY) op 10%. Zet een streepje waar de kleur moet komen en zie dat als je meerdere keren over hetzelfde streepje heen gaat de kleur donkerder wordt. Via de COLOR SWATCHES kies je andere kleuren en zie ook dat eerder gebruikte kleuren hier apart worden bewaard, zodat je eerder geselecteerde kleuren kan hergebruiken.
5 - om lastige stukjes goed in te kunnen kleuren kan je een selecties maken via SELECT. De eenvoudigste manier is door de magnetische lasso te gebruiken. Je kan selecties met de SHIFT en ALT toetsen naar believen uitbreiden of verkleinen. Nadat de selectie is gemaakt kan met het verfemmertje in de PALET BIN en daarbij de keuze voor MODE en OPACITY als onder punt 4 een heel gebied inkleuren. Meerdere keren gebruiken van het emmertje maakt de kleur donkerder.
6 - als alle kleurtjes zijn aangebracht, is het goed om zichtbare oneffenheden in het kwasten te vervagen. Gebruik hiervoor FILTER>BLUR>GAUSSIAN BLUR met een instelling van 12. De ingekleurde gebieden worden hierdoor mooi egaal. Tenslotte, zet de instelling(BLENDING MODE) van de LAAG met de kleuren op OVERLAY.
Hieronder een heel simpel voorbeeld van een digitale inkleuring.
Ook hierbij is het een goede raad om eerst simpel te beginnen en zo te kneepjes van het digitaal inkleuren onder de knie te krijgen. De meest eenvoudige manier is in te kleuren zoals een kleurplaat met nummertjes. Gelijke nummers is dezelfde kleur. Gebruik de kwast / pen-instellingen van je fotobewerkingsprogramma en breng de kleur in verschillende lagen aan. Zo kan je kleuren doseren.
Onderstaande gaat uit van Photoshop en gebruikt een aantal elementaire handelingen:
- openen van een foto
- het creeren van lagen
- het gebruik van het kleurenpalet
- het gebruik van kwasten met instelling van grootte en dichtheid (opacity)
- selecties maken
- het gebruik van Gaussian Blur
Procedure:
1 - open een zwart/wit foto en check of je in kleur aan het werken bent. (Dit doe je in Photoshop via IMAGE>MODE>RGB Color)
2 - open een nieuwe LAAG bovenop de originele foto via LAYER>NEW>LAYER en geef deze laag een naam. Deze nieuwe laag kan je zien als een transparant vel dat je over de foto heen legt en waarop je de kleur kan aanbrengen zonder dat je de foto zelf aanpast. (We gaan er in dit voorbeeld vanuit dat we 1 transparant gebruiken, je kan natuurlijk voor verschillende kleuren ook verschillende lagen gebruiken die je de naam van de kleur kan geven.)
3 - open het kleurenpalet via WINDOWS>COLOR SWATCHES en kies de eerste kleur die je wil gebruiken. Er zijn in het kleurenpalet al veel kleuren beschikbaar. Als je de kleur niet vindt kan je via dit palet ook zelf de kleur 'mengen'.
4 - open de PALET BIN en kies voor het BRUSH TOOL. Kies een gepaste grootte van de kwast (SIZE) en zet de MODE op COLOR. Zet de dosering (OPACITY) op 10%. Zet een streepje waar de kleur moet komen en zie dat als je meerdere keren over hetzelfde streepje heen gaat de kleur donkerder wordt. Via de COLOR SWATCHES kies je andere kleuren en zie ook dat eerder gebruikte kleuren hier apart worden bewaard, zodat je eerder geselecteerde kleuren kan hergebruiken.
5 - om lastige stukjes goed in te kunnen kleuren kan je een selecties maken via SELECT. De eenvoudigste manier is door de magnetische lasso te gebruiken. Je kan selecties met de SHIFT en ALT toetsen naar believen uitbreiden of verkleinen. Nadat de selectie is gemaakt kan met het verfemmertje in de PALET BIN en daarbij de keuze voor MODE en OPACITY als onder punt 4 een heel gebied inkleuren. Meerdere keren gebruiken van het emmertje maakt de kleur donkerder.
6 - als alle kleurtjes zijn aangebracht, is het goed om zichtbare oneffenheden in het kwasten te vervagen. Gebruik hiervoor FILTER>BLUR>GAUSSIAN BLUR met een instelling van 12. De ingekleurde gebieden worden hierdoor mooi egaal. Tenslotte, zet de instelling(BLENDING MODE) van de LAAG met de kleuren op OVERLAY.
Hieronder een heel simpel voorbeeld van een digitale inkleuring.
Iedere dag een plaatje - 48; Mei, vogels en eieren (Sony A57; 1/60sec, F/8, ISO100, 135mm, 0stap, no flash)
De natuur ontluikt nu echt en naast alle fantastische bloesems is ook voor jong leven te zien. Maar even een plaatje van gemaakt.
woensdag 1 mei 2013
Iedere dag een plaatje - 47; Allerdaagse snoepjespot (Sony A57; 1/250sec, F/5.6, ISO100, 35mm, 0stap, no flash)
Het fotograferen begint met om je heen kijken en oog te krijgen voor gewone dingen in een bijzondere context. Vroeg in de ochtend is het zonlicht nog zacht en kan een mooie belichting opleveren van zo iets simpels als een snoepjespot.
Abonneren op:
Posts (Atom)