Translate

donderdag 18 april 2013

A57 - Camera - Instellingen - Knoppenbediening - Achterzijde - tip3


1 - Modusknop;

Wat doet het: Maakt keuze uit 12 belichtingsmodi mogelijk, draai deze naar de gewenste bedieningsstand met de klok mee of tegen de klok in.

Waarden:

Slim automatisch (groene i met cameraatje); zet de camera snel in de fabrieksmode en is daarmee bij uitstek geschikt om de camera als point&click te gebruiken. Is handig als je een foto wil laten maken door een leek. De fabrieksmode instellingen zijn: Focus-mode=Breed, Enkele foto, Auto ISO, Multi-segment metering, Auto Witbalans, Auto DRO mode en AF-A. Geen van deze waarden is te wijzigen via Fn. (Nb draai je daarna de modusknop naar een PASM stand dan zijn je eerder ingestelde waarden gewoon weer beschikbaar.

Superieur Automatisch (zilveren i met cameraatje én +); gaat nog een stap verder dan de bovengenoemde fabrieksmode voor 'slim automatisch'. In deze stand kies de camera ook nog de 'SCENE' en de HDR-instelling. Nadenken hoeft dan niet meer. Verwacht daarbij wel dat de camera nog wel eens een andere beslissing zal nemen, dan dat je oog waarneemt waardoor het resultaat kan tegenvallen.

Geen flits; zet de camera in de 'slim automatisch' stand, én schakelt de automatische flits uit. Doet feitelijk hetzelfde als Fn->Flitsfunctie-->Flitser Uit

P - Automatisch programma; camera kiest zelf diafragma én sluitertijd. De fotograaf kan zich volledig concentreren op de compositie en de via ISO in te stellen belichting.

A - Diafragma voorkeuze; geeft de vrijheid om zelf het diafragma te kiezen met het instelwiel aan de voorzijde. De camera zoekt zelf een passende sluitertijd hierbij aan de hand van de ingestelde ISO-waarde én de beschikbare hoeveelheid licht. Deze voorkeuze is vooral te gebruiken bij het verkrijgen van scherptediepte in de foto.

S - Sluitertijd voorkeuze; geeft de vrijheid om zelf de sluitertijd te kiezen met het instelwiel aan de voorzijde. De camera zoekt zelf een passend diafragma hierbij aan de hand van de ingestelde ISO-waarde én de beschikbare hoeveelheid licht. Deze voorkeuze is vooral te gebruiken bij verstilling van snelbewegende onderwerpen.

M - Handmatige belichting; laat je zelf het diafragma en de sluitertijd kiezen met het instelwiel aan de voorzijde (onder de ontspanknop) en de AEL-knop op de achterzijde. Let op in deze stand kan voor de sluitertijd ook BULB worden geselecteerd om de lens zo lang open te laten bij een afdruk als je wilt.

Movie; In iedere andere stand van de Modusknop zal een druk op het rode videoknopje de camera in de automatische filmstand zetten. De camera kiest dan zelf de sluitertijd en het diafragma. Met de Modusknop in Movie komt een menu beschikbaar om zelf de instellingen voor het filmen te bepalen.

Panorama / 3D Panorama; In deze stand zal de camera een panorama foto maken met de instellingen uit het MENU. De camera geeft je instructies bij het op de juiste manier vastleggen van een panorama.

T12 (12 foto's per seconde); Geeft je 2 opties, de eerste is het maken van 12 foto's per seconde, de tweede voor 10 foto's per seconden.
 - T12 (tele-zoom continuvoork. AE); ZOOM is ingesteld op minimaal 1,4 en de beeldformaat is maximaal M (8.4MP). Als AF-C is ingesteld wordt voor iedere foto de scherpte en de belichting aangepast, ook is er een vrije keuze voor de ISO waarde. Gezichtsherkenning zal niet werken. RAW is niet mogelijk. Het werkelijk aantal foto's dat per seconde kan worden gemaakt is afhankelijk van het beeldformaat, ISO, ruisreductie bij hoge ISO en de instelling van de lenscompensatie. Gemeten waarden varieren tussen de 10 tot 15 foto's per seconde.
- T10 (continuvoork. AE); Camera neemt beelden op zonder onderbreking tot maximaal 10 beelden per seconde. Beeldformaat L is mogelijk. Erg wordt geen zoomschaal ingesteld. Andere hierboven genoemde beperkingen zijn van toepassing.

SCN (scene voorkeur); in deze stand geeft de camera de keuze uit 8 verschillende voorkeursinstellingen die zijn gebaseerd op de omstandigheid of het type foto dat je wil nemen. Beschouw ieder van deze 8 instellingen als point&click instellingen zonder dat er nog veel getweakt kan worden aan de instellingen. We lopen ze stuk voor stuk even langs:
 - Portret; legt het onderwerp vast tegen een onscherpe achtergrond, de huidtinten worden verzacht. Er wordt een zo groot mogelijk diafragma, een belichtingsinstelling alleen op het gezicht, en wat geel/oranje als kleurcorrectie gebruikt. Het is aan te bevelen om een brandpuntsafstand groter dan 80mm te kiezen, ter versterking van het scherptediepte effect.
 - Sportactie; legt snelbewegend onderwerp vast met een snelle sluitertijd, het onderwerp bevriest. Er worden meerder opnamen gemaakt zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. De camera kies in deze modus voor: Auto ISO (max 1600), AF-gebied Breed, Continu opname-Hi, de snelst mogelijke sluitertijd.
 - Macro; maakt opnamen van dichtbij, zoals bv bloemen.Deze stand is bijna identiek aan de Portret mode.
 - Landschap; met een scherpe opname van het hele landschap, met levendige kleuren en een wat verhoogd contrast.
 - Zonsondergang; maakt een mooie opname van het rood van de zonsop- of ondergang. Een kleurcorrectie op geel en rood wordt toegepast.
 - Nachtscene; maakt opnames van nachtscenes op afstand met behoud van de donkere atmosfeer van de omgeving.
 - Schemeropn. uit de hand; maakt opnamen van nachtelijke scenes met minder ruis en onscherpte zonder dat er een statief wordt gebruikt. Er wordt een reeks van 6 opnamen gemaakt, die door de camera overelkaar worden gelegd voor verbetering van de scherpte en vermindering van de ruis. Is in werking vergelijkbaar met de MFRR of HDR opties van de camera.
 - nachtportret; maakt portretten in nachtelijke taferelen. Maakt een foto met flits, maar houdt de sluiter net wat langer open (enige seconden) om de lichtweerkaatsing op de achtergrond (van de flits) op te vangen. Nadeel is wel dat het onderwerp stil moet staan en een statief is onvermijdelijk.

Aanbevolen instelling: Een ervaren fotograaf zal direct M noemen en alles handmatig willen regelen. Maar gemak dient te mens, dus P is een goed alternatief om van daaruit naar de A stand (voor gecontroleerde scherptediepte) of de S stand (voor al dan niet bevriezen van de beweging) te schakelen. Overige standen gebruik ik gewoonlijk niet.


2 - MENU knop; met het indrukken van deze knop wordt het keuzemenu voor de camera zichtbaar op de zoeker/viewer. Met het kantelwiel (10) blader je door de verschillende opties en met de AF-knop maak je een keuze. Zie het artikel over instellingen wat de MENU keuzen zijn en welke aanbevolen instellingen zijn te maken.


3 - Viewer(LCD); dit is het LCD schermpje waarop via de Liveview-techniek het door de camera waargenomen beeld wordt weergegeven. Het schermpje is 180 graden kantelbaar en kan 270 graden worden gedraaid. Wanneer de camera niet wordt gebruikt is het aan te bevelen de schermzijde naar de camera te draaien en dicht te klappen. Naast het beeld worden ook alle ingebruikzijnde instellingen getoond. Zie de Sony manual voor de betekenis daarvan.


4 - Zoeker; dit is het equivalent van het LCD schermpje. Wanneer je hierin kijkt wordt de viewer uitgezet.


5 - Flitserschoen; hierop kunnen compatibele externe flitsers worden aangesloten.


6 - Filmopnameknop; druk deze in voor start van de video-opname. Druk nogmaals in om de opname te stoppen.


7 - AEL - knop; het indrukken heeft een verschillend effect.
 - Als Weergave (display) - knop eerst is ingedrukt; dan wordt met AEL-knop(Index), afhankelijk van de MENU-instelling, 4 of 9 foto's getoond.
 - Als Weergave (display) - knop eerst is ingedrukt en dan ZOOM -knop; dan wordt met AEL-knop (Uitzoom) uitgezoomd op de gemaakte foto.
 - In de opnamestand doet de AEL-knop de belichting vergrendelen (kan zo via het MENU worden geprogrammeerd dat de knop of ingedrukt moet blijven, of dat je door 1 keer indrukken de vergrendeling activeert en bij de tweede keer de vergrendeling beeindigd). Ook kan AEL worden geprogrammeerd als spot-belichtingsmeter.
 - In de M stand; door indrukken van AEL-knop kan met het instelwiel aan de voorzijde het diafragma worden gewijzigd.
 - via MENU kunnen ook andere functies van de camera voor het eigen gemak worden gekoppeld aan deze knop.


8 - ZOOM-knop; het indrukken heeft een verschillend effect.
 - Als Weergave (display) - knop eerst is ingedrukt; dan wordt met de ZOOM-knop het beeld vergroot. Als in deze stand aan het instelwiel wordt gedraaid kan tussen vorige en volgende opnamen worden gebladerd met dezelfde zoom-instelling. Met de AEL-knop wordt uitgezoomd. Door op de AF-knop wordt teruggekeerd naar de normale grootte. Door links, rechts, boven of onder op het bedieningsknopte drukken verschuift het vergrootglas over de foto. Met de ontspan-knop keer je terug naar de opname stand.


9 - Fn-knop; brengt de opnamefuncties in beeld. Zie het artikel over de instellingen wat de waarden en de voorkeursinstellingen zijn.


10 - Bedieningsknop; bestaat uit twee delen. De middelste AF-knop en de ring die naar vier richtingen kan worden ingedrukt.
 - AF - knop; dient als Enter om een keuze in een MENU/Fn te bevestigen. Daarnaast kan deze worden geprogrammeerd als AF (Center scherpstelling) - knop of als Knop om een Onderwerp te volgen. Het programmeren verloopt via het MENU.
- de buitenring; wordt gebruikt als pijltjes-knop in de Weergave-stand, op in de opname stand om de witbalans (rechts), het transport (links), of het beeldeffect (onder) te kiezen. De keuze boven is zowel in de opname als in de weergave stand te gebruiken en toggled langs de verschillende informatie-overlays voor de zoeker/viewer.


11 - Weergave-knop; toont de reeds opgenomen foto's of videobeelden.


12 - Gids In-de-Camera)-knop / Wis-knop; geeft een zeer verkorte handleiding van de camera. In de Weergave stand, doet deze knop beelden wissen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten