In aanvulling op het vorige artikel over flitsers:
Interne of externe flitser
Voor normale situaties kan de interne flitser voldoende zijn om in situaties met beperkter licht toch een goed belichte foto te maken. Echter heeft de interne flitser wel zijn beperkingen, denk bijvoorbeeld aan een rode-ogeneffect. Bij het maken van rapportages, waarbij vaker achtereen geflitst moet worden, is een externe flitser handiger. Voor studiosituaties, zelfs onontbeerlijk.
Uit het hoofd of automatisch bepalen van de flitssterkte
Natuurlijk kan je telkens voor iedere foto de flitssterkte uit het hoofd uitrekenen en dan instellen op de flitser. Maar geloof me dat ben je snel zat én het kost teveel tijd. Het kan ook automatisch, maar dan heb je een flitser nodig die kan communiceren met je camera. Gewoonlijk is dat een flitser van hetzelfde merk als je camera. Zo win je veel snelheid bij het fotograferen en kan je jezelf concentreren op het onderwerp en de compositie.
Laadtijd van de flitser
Ook zo'n tijdsverlenger is een flitser die teveel tijd vraagt om te herladen tussen de verschillende opnamen. Het zou jammer zijn om een fotomoment te missen, omdat je flitser nog niet beschikbaar is. Check dus wat de laadtijd is bij de keuze voor een flitser!
Flitsbelichtingscompensatie
Een te sterke flits doet je onderwerp overbelichten. Dat gebeurt vooral als je wat dichter op het onderwerp flitst. De modernere camera's en zeker de Sony A57 kunnen een flitsbelichtingscompensatie instellen. Nog handiger is een mogelijkheid op de flitser zelf. Je kan per opname besluiten welke compensatie de beste foto oplevert.
Beweegbare flitskop
In het verlengde van de vorige alinea, is een oplossing voor overbelichting door flits het zogenaamd indirect flitsen. De flitskop kan in verschillende richtingen worden gebogen waardoor je indirect (b.v. het plafond) het flitslicht weerkaatst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten