Fotografie is feitelijk 'schrijven' met licht. Er is licht nodig om beeld te kunnen vastleggen met een camera. Soms is er gewoon niet
genoeg licht. Of het nu in een slecht verlichte kamer is of in de schemering,
het kan weleens nodig zijn om extra licht toe te voegen. Gelukkig zijn er verschillende mogelijkheden om dit te doen:
- De
ingebouwde flitser
Elke camera heeft een flitser die net naast of
boven de lens is geplaatst. Doordat ze niet erg krachtig zijn, kunnen deze
flitsers
maar beperkt gebruikt worden. Door hun positie, zo vlak bij de lens,
geven ze een nogal vlakke verlichting. Ze zijn wel goed bruikbaar voor een
invulflits. Een ander nadeel van zo'n flitser die dichtbij de lens zit, is dat bepaalde pupillen rood op kunnen kleuren.
- De losse flitser
De meeste spiegelreflex
camera's hebben een flitsschoen op
de bovenkant van het zoekerprisma; daar kan een losse
flitser op worden geschoven. Losse flitsers zijn krachtiger dan
ingebouwde flitsers, maar ze geven hetzelfde vlakke, frontale licht. Bij veel
flitsers kun je dat vermijden door de flitskop naar boven te richten en de
flits via bijvoorbeeld het plafond te laten weerkaatsen. Dit wordt ook
wel
'omnibouncen' genoemd.
- De flitser op afstand
Het is
een betere oplossing om de flitser een eindje van de camera vandaan op een
statief te plaatsen. Deze manier van flitsen geeft zowel voldoende vermogen
als een interessantere belichting.
Het levert helaas wel extra sjouwwerk op en vraagt dit om een studio opstelling. Niet iedere camera is geschikt om een flitser op afstand aan te sturen.
- De
ringflitser
Een ringflitser is een speciaal soort flitser dat vaak
wordt gebruikt bij macro- en portretfotografie. Denk maar eens aan de foto's van modellen met een mooie witte ring rond de pupil. Deze flitser past rondom de lens en
geeft schaduwvrij licht dat zowel bij macrowerk als voor portretten geschikt
is. Ze zijn echter nogal kostbaar en alleen geschikt voor bepaalde
specialistische doeleinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten